Geluk en tegenslagen. Wat heb ik er mee?

Jop
16 mrt 2017

Toen ik net klaar met mijn studie was had ik echt een superleven. Als ik mijn gevoel een cijfer zou moeten geven zou het een dikke 10 zijn. Ik had namelijk mijn diploma op zak. Ik had een lief vriendinnetje. Ik had een groot sociaal netwerk en had vele dromen en ambities die op het punt stonden om waargemaakt te worden…

Één droom van mij was om te ervaren hoe het leven zou zijn zonder luxe. ‘Back to Basic’. Daarom vertrok ik met mijn ‘on top of the world’ gevoel naar een van de armere gebieden van Noord-Ghana. Ik kwam terecht bij een familie die leefde in een zandstenen hutje zonder water, zonder elektriciteit, zonder geld. Behoorlijk back to basic dus.

Het moment dat mijn super gevoel verdween..

Al snel veranderde dat super gevoel. En dat kwam niet door het gebrek aan luxe. Maar wel omdat ik na een aantal weken ‘back to basic’ in een Ghanees ziekenhuis lag. Malaria…

Daar lag ik, op een gammel ziekenhuis bedje in een kamer waar alleen licht naar binnen kwam via de gaten in de muren. Ik voelde me verschrikkelijk. Ik keek om me heen en zag links van mij een vrouw kermen van de pijn alsof haar laatste uren geslagen waren. Aan de andere kant was geen bed te zien. Alleen maar vloer, met stof en zwarte korrels die verdacht veel op muizenkeutels leken. De dokter kwam binnen. Hij had slecht nieuws voor me. Ik bleek naast de malaria ook nog eens buiktyfus te hebben. Slik… En of dit al niet erg genoeg was,  maakte mijn vriendin, die mee was naar Ghana, het ook nog eens uit.

Ik voelde me een wrak, lichamelijk en psychisch. Mijn vriendin wilde me niet meer, ik was alleen, ziek, en lag ergens in de ‘middle of nowhere’ in een gammel ziekenhuis kamertje.  Het enige wat ik kon denken was dat ik beter zo snel mogelijk weg moest uit het onhygiënische ziekenhuis om niet nog zieker te worden. Maar het alternatief, een zandstenen hutje met enkel een matras voelde ook niet al te best. Mijn gevoel zonk tot een dieptepunt.  Als ik het een cijfer zou moeten geven. Een dikke één.

Nog slechter?

Met mijn positieve mindset dacht ik: ‘Als ik terug in Nederland ben pak ik mijn leven weer op en komt dat goede gevoel vanzelf weer helemaal terug’. Maar ook in Nederland voelde ik me slecht. Ik had amper energie. Mijn lichaam deed constant pijn. Mijn rug, mijn schouders, mijn heupen. Alles leek zwaarder en meer moeite te kosten. Al vrij snel bleek uit onderzoeken dat ik niet helemaal hersteld was van de malaria en buiktyfus. Ik voelde me een dikke 1 en vond dat onacceptabel. Daarom besloot ik voor mezelf er alles aan te doen om me weer goed te doen voelen. Ik dacht ‘Alleen als ik me een 10 voel vinden mensen mij weer interessant, willen mensen vrienden met me worden, kom ik weer in beeld bij de vrouwen, etc…’.
Kortom, mijn overtuiging was. ‘Ik ben pas iets waard als ik me goed voel…’

De zoektocht

Naast alle onderzoeken in het ziekenhuis ging ik ook zelf op zoek om me energieker en gezonder te doen voelen. Zo had ik al vrij snel niet 1 voedingssupplement in huis maar wel 50. Zo las ik niet 1 zelfhulpboek over voeding, gezondheid en geluk, maar ieder boek. Zo lag ik de ene week met 100 naalden in mijn lijf bij een Chinese acupuncturist om vervolgens die week erop een Reiki massage uit te proberen. Allemaal in de hoop om me beter te voelen. En daar bleef het niet bij. Ik begon me in de yoga te verdiepen en ging op meditatie stilte retraites. Ik dronk tarwegras shakes en bleef constant zoeken naar het recept voor dat supergevoel van vroeger. En het frustrerende was, de methodes die ik probeerde werkte vaak wel even, maar gaven mij nooit langdurig resultaat. Want soms voelde ik me weer even een 7 of een 8. Maar al vrij snel verdween dit gevoel en scoorde ik weer een 1.

Uiteraard zocht ik het ook in de psychische hoek. Zo bezocht ik verschillende psychologen en stelde hen de vraag of ze me konden helpen om me weer goed te doen voelen. Ze zeiden dat dit hun beroep was en dat dit uiteraard mogelijk was. Hoopvol ging ik de sessies in, maar eigenlijk maakte ze mijn probleem alleen maar erger. Allemaal gaven ze mij het advies niet de hele dag te denken aan hoe ik me voelde. Ik moest alleen tijdens de zogenoemde piekerkwartiertjes bezig zijn met mijn pijn en zwaar verminderde energie. Zo zat ik met mijn notitieboekje en pen in de aanslag een kwartier lang op de bank te piekeren. Maar voordat ik er erg in had, was het kwartier al voorbij. Ik mocht niet meer piekeren. Er niet meer aan denken. Voor mij was dit een onmogelijke opgave. Want ik voelde me de hele dag vermoeid en ik voelde de hele dag pijn. Dus niet alleen een kwartiertje. Nu voelde ik me niet alleen slecht en vermoeid, maar ook voelde ik me niet capabel genoeg om mijn gedachten en gevoelens halt toe te roepen. Ik dacht dat het aan mij lag.

Intussen bleef ik de strijd aangaan en ging verder met mijn zoektocht naar dat goede gevoel van net na mijn studie. Maar inmiddels vlogen de jaren wel aan me voorbij. En was ik eigenlijk alleen maar op zoek in plaats van echt te leven. Zonde…

Het moment waarop alles veranderde

In Australië kreeg mijn zoektocht naar dat super gevoel een positieve wending. En dat was niet vanwege het geweldige land, het klimaat en de mensen. Maar in Australië kwam ik in aanraking met vooraanstaand psycholoog en schrijver Russ Harris. Hij gaf mij inzicht in een nieuwe methode uit de psychologie. De ACT methode. En de inzichten die ik kreeg deden mij versteld staan. Wat ik hoorde was totaal anders dan wat ik van Nederlandse psychologen ooit gehoord had. Sterker nog, wat ik hoorde was zelfs compleet tegenovergesteld van wat ik allemaal in de vele populaire zelfhulpboeken gelezen had.

Maar bovenal kon ik eindelijk mijn zoektocht staken, want ik leerde om anders om te gaan met pijn, negatieve gedachten en mijn energieloze gevoel. Met als resultaat dat het mij niet meer in de weg zat. Ik leerde hoe ik weer kon gaan doen wat ik écht belangrijk vond in plaats van constant te zoeken naar dat goede gevoel. Mijn leven begon weer!

De hele generatie Y is op zoek

Dit was mijn verhaal. Maar tegelijkertijd begon ik in te zien dat er veel meer mensen waren zoals ik. Mensen die zich ook graag anders wilden voelen. Mensen die zich gelukkiger, succesvoller, energieker of zelfverzekerder, maar dit te weinig of niet ervoeren. Mensen die niet tevreden waren met hun werk, maar eigenlijk vooral niet tevreden zijn over hun eigen prestaties. Omdat het altijd beter en sneller kan. Ik kwam ze overal tegen. Zelfs mensen die het hoogst hadden bereikt in de topsport. Mensen die de meest verantwoordelijke en uitdagende banen hadden.

Opvallend genoeg bleken deze mensen allemaal generatiegenoten te zijn. Ook wel de generatie Y genoemd. Een generatie met de overtuiging dat geluk maakbaar is. Zolang je er maar hard voor werkt.  Een generatie die graag fijne gevoelens najaagt en dit zolang mogelijk probeert vast te houden en massaal deelt op social media. Maar ook een generatie waarbij de stressklachten en werkdruk de pan uit stijgen.

Geluk is maakbaar

Wij als generatie Y’ers worden doodgegooid met populaire ideeën om gelukkiger, succesvoller en fitter te worden. Je hoeft maar een willekeurig tijdschrift open te slaan en je leest hoe je écht succesvol, gelukkig, zelfverzekerd of nog energieker kan worden. En juist deze hoopvolle boodschappen waar wij als generatie Y mee worden ‘doodgegooid’ doet ons ook geloven dat dit ook allemaal mogelijk en bereikbaar is.

De paradox van geluk

Maar stel nou, dat juist de overtuiging dat je verantwoordelijk bent voor je eigen geluk ervoor zorgt dat je er alleen maar ongelukkiger van wordt? Dat alle populaire ideeën over geluk en succes die we overal tegenkomen vaak misleidend zijn, niet accuraat en zelfs sterk bijdragen aan de huidige burn out epidemie? En dat zelfs de huidige psychologische aanpak het probleem alleen maar erger maakt?

De Training Farm

Want ook mijn geloof in de maakbaarheid van geluk, de 100den pogingen die ik had gedaan om me beter te doen voelen en de bezoekjes aan de psycholoog resulteerde er alleen maar in dat ik me slechter ging voelen. De ACT methode deed mij inzien waarom en heeft mij geïnspireerd om te doen wat ik nu doe. Generatie Y’ers trainen met als doel om hen op een andere manier te laten kijken naar geluk. Hen op een andere manier om te laten gaan met interne obstakels en onvermijdelijke tegenslagen. En hen meer te laten doen wat ze écht belangrijk vinden in hun (werkende) leven. Want de wereld kan er een stuk beter uitzien als we weten hoe we vanuit onze kracht kunnen werken en ons leven volledig kunnen leven.

Jop is medeoprichter van de Trainingfarm. Via deze link kun je jezelf meteen een boost geven voor minder stress en meer geluk in je leven!